Eigenlijk hoef je voor het voorbereiden op borstvoeding niet zo gek veel te doen. Je lichaam doet dat helemaal zelf. Onder invloed van hormonen veranderen je borsten. Je melkklieren ontwikkelen zich tijdens je zwangerschap. Bij sommige zwangeren worden borsten al echt groter; bij anderen is dat wat minder. Sommigen merken dat ze ook al wat melk verliezen. Als dat niet het geval is, betekent het niet dat het proces minder goed gaat.

Vanaf ongeveer 18 weken zwangerschap maakt je lichaam al wat melk aan. Als je baby onverhoopt vroeg geboren wordt is er al melk!

Het proces van het ontwikkelen van de melkklieren gaat in de eerste dagen na je bevalling in volle vaart verder. Ook dat is in eerste instantie een volledig hormonaal proces. Het is in de eerste dagen heel belangrijk je baby heel vaak aan de borst te leggen, het liefst ongeveer iedere 2 á 3 uur. Dat stimuleert de groei van je melkklieren, en de melkaanmaak. 

Voor nog wat praktische tips kun je dit filmpje bekijken:

Het geven van borstvoeding is heel gezond voor je kind, maar óók voor jou.

Je kind krijgt een heleboel gezonde stoffen binnen via jouw melk. Natuurlijke suikers, eiwitten en vetten. In moedermelk zitten van deze macro’s een enorme hoeveelheid aan variatie. De natuur heeft dat heel wonderlijk samengesteld. Verder zit er onder andere een rijke variatie aan groeistoffen, vitamines, mineralen in. En niet te vergeten: antistoffen. Wanneer je in aanraking komt met een virus maak jij als moeder antistoffen aan en je kind krijgt die via de melk rechtstreeks binnen. Hierdoor is je baby beschermd tegen de op dat moment circulerende virussen waardoor hij of zij minder snel of minder erg ziek wordt.

Verder creëert het geven van borstvoeding optimale omstandigheden voor het hechtingsproces van je kind. Een van de grootste basisbehoeften van ieder kind is het zich veilig hechten aan de ouders. Het huid op huidcontact wat je de hele dag door samen hebt is enorm belangrijk voor je kind. Borstvoeding wordt versterkt door de liefdevolle ondersteuning van partner en andere naasten. 

Wanneer je borstvoeding geeft zijn er een paar dingen heel erg belangrijk:

1. zorg dat je je kind en een juiste positie bij de borst houdt. Dat zorgt ervoor dat hij of zij goed kan drinken, dat hij genoeg kan drinken, dat je voldoende melk maakt en dat je geen pijn krijgt. Dus die goede positie: heel erg belangrijk!

2. geef je kind zeker in de eerste weken met grote regelmaat de borst. Soms zit er 3 uur tussen de voedingen maar in veel gevallen 2 of 2,5 uur. Je voedt je baby zodra deze honger heeft.

Bij bijna alle moeders gaan de borsten vanzelf melk maken vanaf ongeveer dag 3 na de bevalling. Tot die tijd heeft je baby genoeg aan alle kleine slokjes die je hem iedere 2 uur geeft van de melk die al grotendeels in je zwangerschap klaar lag. Deze melk heet colostrum. Dikke, voedzame melk met veel antistoffen.

Je melk gaat stromen (of druppelen) als je je baby hoort huilen of als hij of zij een poosje aan de borst drinkt. Dan komt de zogenaamde toeschietreflex. Het hormoon wat ervoor zorgt dat de melk gaat stromen heet oxytocine. Dat is ook het hormoon waar je van ontspant!