Zo ga je om met driftbuien van je peuter

Peuterpuberteit

Elke peuter heeft driftbuien. Thuis. Buiten. Niet te vergeten de bekende driftbuien in de supermarkt. Een scenario dat elke ouder herkent en vreest. Driftbuien zijn niet persoonlijk, maar wel vervelend. In dit artikel vertelt pedagoog Linda hoe je jouw kind in deze overweldigende emotie begeleidt.

Peuterpuberteit
Kinderen tussen de 18 maanden en 4 jaar gaan de wereld ontdekken. Ze merken dat ze een eigen wil hebben en gaan hun grenzen verkennen. Ze willen steeds meer zelf doen en van alles uitproberen. Natuurlijk lukt nog niet alles en dat zorgt soms voor frustratie en angst. Hun stemming kan makkelijk omslaan en ze kunnen zich nog niet beheersen. 

Deze driftbuien komen vooral voor tussen 2 en 3 jaar tijdens de zogenaamde peuterpuberteit. Vanaf drie jaar wordt dit langzaam minder. Rond de leeftijd van vijf jaar komen driftbuien meestal nog maar weinig voor.

Tips voor een positieve benadering

  • Beloon positief gedrag, dit is goed voor het zelfvertrouwen van je kind. Belonen hoeft niet altijd in de vorm van een compliment. Een knipoog of aai over de bol is soms ook al voldoende. 
  • Zorg voor een goede balans tussen laten ontdekken (vallen en opstaan) en beschermen.
  • Zorg voor zoveel mogelijk rust en regelmaat. Laat de dagen min of meer hetzelfde verlopen. Ga bijvoorbeeld ’s ochtends iets leuks doen en blijf ’s middags thuis. En houd vaste eet- en bedtijden aan. 
  • Vertel je kind zoveel mogelijk wat er gaat gebeuren op een dag en doseer prikkels. Hiermee maak je de dag voorspelbaar. Dit geeft je kind een gevoel van veiligheid.
  • Bespreek de dag af en toe na met je peuter voor het slapen gaan. Dit zorgt er voor dat je kind de prikkels van de dag al een beetje kan verwerken. 
  • Probeer soms eens het (ongewenste) gedrag van je kind te observeren:

- Welke behoeften heeft je kind en wat staat die behoeften in de weg? 

- Herken het gedrag: waar zou het gedrag vandaan kunnen komen (angst, verdriet, falen)?

- Erken en benoem het gedrag: 'Mama/papa ziet dat je boos bent, kan ik je ergens mee helpen?'

  • Zorg dat je samen met je partner of mede-opvoeder op één lijn zit over omgaan met driftbuien.
  • Wees lief voor jezelf. Probeer met de tips uit dit artikel die je aanspreken aan de slag te gaan. Lukt het een keer niet? Zeg dan op een later moment ook eens: ‘Sorry, dat had mama/papa niet mogen doen, ik zal mijn best doen om niet zo mopperen’. Jouw kind leert hier heel veel van: 'Mama/papa is ook maar een mens met gevoelens. Je mag fouten maken en als je een fout maakt zeg je sorry.'

Wat kun je beter niet doen?

  • Straffen of veel mopperen, dit is een negatieve vorm van aandacht. De hele tijd waarschuwen heeft geen effect, want je kind hoort je helemaal niet meer. Of hij/zij doet het juist de volgende keer weer, want negatieve aandacht is ook aandacht. 

Ondanks alle tips zal je kind driftbuien blijven houden. Een peuter loopt steeds tegen grenzen aan; die van zichzelf of zijn/haar opvoeders. De tips kunnen je helpen om je kind om te leren gaan met frustraties, grenzen, regels en gevoelens (zoals een kind ook leert fietsen).

Uiteindelijk is de peuterpuberteit een normale fase in de ontwikkeling van je kind die ook weer voorbij gaat!