Mijn peuter wil niet slapen. Wat kan ik doen?
Terwijl jij een poging doet om je peuter op bed te leggen, stuitert hij of zij nog vrolijk door de kamer. Je kind wil nog niet slapen. Of je loopt de kamer uit en je kind barst in tranen uit. Wat kun je als ouder doen? Hoe leer je jouw kind gezond slaapgedrag aan? Pedagoog Linda Kerkmans geeft tips.
Hoeveel slaap heeft een peuter nodig?
Je peuter heeft zijn slaap hard nodig. Slaap is belangrijk voor de ontwikkeling. Slaap zorgt ervoor dat het lichaam herstelt, dat je kind informatie verwerkt en (nog belangrijker) dat je kind groeit. Gemiddeld heeft een peuter (2-4 jaar) zo'n 11 tot 14 uur slaap nodig.
Je kunt aan je kind zien of hij voldoende heeft geslapen. Bijvoorbeeld door te kijken hoe je kind zich overdag gedraagt. Is hij moe en wil hij alleen maar 'hangen'? Heeft hij een kort lontje en huilt hij snel? Of eet hij slecht? Dat kunnen signalen zijn dat je kind te weinig heeft geslapen.
Waarom valt mijn kind niet in slaap?
Je kind fijn laten inslapen lukt niet altijd. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn:
-
Je kind heeft veel ondernomen op een dag. Hij of zij is bezig met het verwerken van alle prikkels. Het is nog te druk in zijn of haar hoofd om in slaap te kunnen vallen.
-
Je kind vindt het moeilijk om te stoppen met spelen. Met als gevolg dat hij niet naar bed wil.
-
Je kind gaat te laat naar bed met als gevolg dat je kind zo druk wordt, dat hij over zijn slaap heen raakt.
-
Je kind wil nog even dat je bij hem of haar blijft. Met alle smoesjes van dien. Mama, ik heb dorst. Papa, ik heb het koud. Mama, mag ik nog een kusje. Papa, wil je nog even kijken.
Wat kun je doen om je kind wél te laten slapen?
Ieder kind is anders en wat bij de een werkt, werkt niet altijd bij de ander. Het is soms een kwestie van uitproberen om erachter te komen waar je kind behoefte aan heeft. Volgens Linda Kerkmans hebben peuters in deze fase meestal drie dingen nodig:
-
Nabijheid
-
Regelmaat
-
Voorspelbaarheid
Tips om je kind te helpen bij het slapen
- Op tijd naar bed. Om de beste bedtijd te bepalen, is het belangrijk om goed naar je kind te kijken. Ook onder kinderen zijn er ochtend- en avondmensen. De ideale tijd is voor de meeste kinderen rond 19.00 uur. Maar voor de één is dat te laat, terwijl een ander kind makkelijk wat later naar bed kan, omdat hij anders vroeg wakker wordt. Hoe kun je zien dat je kind moe is? Je kind vermijdt vaker oogcontact, hij wrijft in zijn ogen, jeukt aan zijn gezicht, gaapt, wordt chagrijnig en vertoond soms drukker gedrag.
- Vast bedritueel. Je herkent het misschien bij jezelf: als je naar bed gaat, doe je dat vaak op dezelfde manier. Je gaat tandenpoetsen, naar het toilet, misschien lees je nog een boek. Kinderen moeten nog slaapgewoontes ontwikkelen. Jij als ouder kunt hen daarbij helpen door een vast bedritueel aan te houden. Je geeft je kind daarmee 'slaaptriggers' waardoor het weet: nu is het tijd om naar bed te gaan. Bijvoorbeeld slaapzak of pyjama aan, muziekje aan, boekje lezen of nog een slokje drinken. Wat je ook kiest, probeer samen met je partner een ritueel te creëren dat elke avond hetzelfde is. Dezelfde onderdelen én dezelfde volgorde. Door die voorspelbaarheid weet je kind dat het tijd is voor bed en kan het tot rust komen. Verander je iets of loopt het anders, dan kan je kind alert worden. Dat maakt het moeilijker om te slapen.
- Vaste dagstructuur. Creëer een vaste dagstructuur, zodat kinderen ook overdag weten waar ze aan toe zijn. Je hoeft niet strak op de klok te leven, maar door bepaalde activiteiten elke dag in dezelfde volgorde uit te voeren, weet een kind waar het aan toe is. Hierdoor is het voor hem of haar ook makkelijker om zich ‘s avonds over te geven aan de slaap. Probeer elke dag (ook op drukke dagen) ook een moment vrij te maken om bewust aandacht te geven aan je kind. Zoals even samen spelen, praten of een boekje lezen. Zo is de kans groot dat je kind minder aandacht zal vragen rond bedtijd.
- Wacht nog even met het peuterbed. Heeft je kind een peuterbed en komt hij nu steeds uit bed rondom bedtijd? Het is heel interessant om uit bed te komen als je klein bent, want dan komen papa en mama en dat is fijn. Het uit bed komen kan een spel worden, omdat peuters het nog moeilijk vinden om hun impulsen te bedwingen. Met een peuterbed geef je hen meer vrijheid en nog niet iedere peuter weet daar raad mee. Uit onderzoek blijkt dat kinderen pas vanaf 3 jaar baat kunnen hebben bij een groter bed. Voor die tijd is het lastig voor peuters om te begrijpen dat het de bedoeling is om in bed te blijven liggen.
- Een nachtlampje kan helpen. Peuters kunnen het spannend vinden dat ze in het donker niets kunnen zien. Ze weten dan niet waar papa en mama zijn. Een nachtlampje kan je kind helpen om houvast te geven in het donker.
- Geef je het kind het gevoel: je bent niet alleen. In de peuterfase wil je kind dicht bij jou zijn. Je kunt dit veilige gevoel op verschillende manieren geven. Het ene kind wil je hand vasthouden, de ander vindt het fijn als de deur open staat of als hij stemmen of een televisie hoort. Ook kun je regelmatig terugkomen om een kus te geven. De beste manier verschilt per kind. Het belangrijkste is dat je kind zich niet alleen voelt.
- Wees duidelijk. Heb je het gevoel dat je peuter je aan het uitproberen is? Bedenk dan: een peuter is nog te klein om te weten hoe ver ze kunnen gaan. Maar de ‘actie-reactie’, snappen ze wel. Als zij aandacht krijgen als ze om een slokje of een knuffel vragen, dan zullen ze daarmee doorgaan. Probeer daarom duidelijk te zijn. Geef woorden aan wat je kind kan verwachten. Zeg bijvoorbeeld: ‘je krijgt nog één slokje en daarna niet meer. Ik kom straks nog even terug om je een kus te geven.' Belangrijk is dat je ook doet wat je zegt. Kom dus na 5 of 10 minuten terug om hem een kus te geven.
Laat je jouw kind wel of niet zelf in slaap vallen?
Dat ligt aan waar jij voor kiest. Je kunt ervoor kiezen om je kind bij jou in bed te laten slapen of om nog even bij je kind te blijven tot het slaapt. Je kunt er ook voor kiezen om je kind te leren om zelf in slaap te vallen. Kies je voor het eerste, dan bestaat de kans dat je kind jou ook ‘s nachts nodig heeft om in slaap te vallen. Ook dan zal hij bij je willen liggen of je hand vast willen houden.
Ook ‘s nachts hebben peuters je nodig
Niet alle peuters slapen de hele nacht door. Vermoeiend voor jou als ouder, maar het is gedrag dat we vaker zien bij jonge kinderen. Peuters zijn nog erg afhankelijk van jou als ouder. Als je peuter door een ongemak wakker wordt (bijvoorbeeld omdat hij eng droomt, honger of dorst heeft of pijn in zijn buik) dan heeft hij jou nodig. Hoe mooi dat jij hem kunt geven wat hij nodig heeft.
Slaapritueel ontwikkelen
Ben je bezig met een slaapritueel? Kijk dan naar wat je kind nodig heeft. Jij kunt je makkelijker aanpassen aan je kind dan andersom. Maar bedenk ook wat jij en je partner belangrijk vinden. Maak samen een plan. Zo kunnen jullie elkaar bijvoorbeeld afwisselen om naast het bed te zitten, als dat nodig is. Door hierover te praten, maak je beslissingen die passen bij jouw kind en het gezin. En dan is er geen goed of fout. Houd wel in gedachten dat het tijd kost om een bepaalde gewoonte af te bouwen als je het niet meer wilt. Peuters zijn nog iets te jong om die veranderingen goed te begrijpen. Ze hebben daar meer uitleg bij nodig.
Om niet te vergeten
- Je kind wil jou niet plagen of dwarszitten. Het heeft je nodig.
- Voel je dat je boos wordt? Probeer rustig te worden voordat je de kamer in gaat.
-
Voel je jezelf gefrustreerd? Vraag of je partner het even wil overnemen. Jouw emoties maken ook emoties los bij je kind. Dat maakt het lastiger om weer in slaap te vallen.
-
Neem de dag door met je kind, bijvoorbeeld als bedritueel. Stel vragen als: wat heb je gegeten? Gezien? Gedaan? Dat kan helpen om de dag af te sluiten.
-
Probeer alles zoveel mogelijk in dezelfde volgorde te doen. Ook 's nachts als je kind roept. Zo blijf je voorspelbaar.
-
Beloon positief gedrag en negeer negatief gedrag. Soms willen peuters de strijd aangaan. Kijk of je hem een compliment kunt geven voor gewenst gedrag. ‘wat goed dat je in je bed blijft liggen’. Of: ‘ik zie dat je nog niet in bed ligt. Ik kom zo terug, als je dan in bed ligt, krijg je nog een kus van me’.
Helpen de tips niet? Onze professionals helpen je graag!
Vraag de jeugdverpleegkundige of pedagoog bij jou in de buurt om hulp. Ook al denk je: zo groot is mijn probleem niet. Onze professionals denken graag met je mee en soms helpt het al om je zorgen te delen.