Hoe werkt dat nou, borstvoeding geven?
Wanneer je borstvoeding geeft zijn er een paar dingen heel erg belangrijk:
1. zorg dat je je kind en een juiste positie bij de borst houdt. Dat zorgt ervoor dat hij of zij goed kan drinken, dat hij genoeg kan drinken, dat je voldoende melk maakt en dat je geen pijn krijgt. Dus die goede positie: heel erg belangrijk!
2. geef je kind zeker in de eerste weken met grote regelmaat de borst. Soms zit er 3 uur tussen de voedingen maar in veel gevallen 2 of 2,5 uur. Je voedt je baby zodra deze honger heeft.
Bij bijna alle moeders gaan de borsten vanzelf melk maken vanaf ongeveer dag 3 na de bevalling. Tot die tijd heeft je baby genoeg aan alle kleine slokjes die je hem iedere 2 uur geeft van de melk die al grotendeels in je zwangerschap klaar lag. Deze melk heet colostrum. Dikke, voedzame melk met veel antistoffen.
Je melk gaat stromen (of druppelen) als je je baby hoort huilen of als hij of zij een poosje aan de borst drinkt. Dan komt de zogenaamde toeschietreflex. Het hormoon wat ervoor zorgt dat de melk gaat stromen heet oxytocine. Dat is ook het hormoon waar je van ontspant!
Wil je meer informatie over borstvoeding? Kijk dan ook eens op: Hoe werkt borstvoeding – Borstvoedingsorganisatie La Leche League